Het is zondagmiddag, het novemberzonnetje schijnt en de terrassen zitten propvol. Het is onverwacht heerlijk buiten. De horeca op de Grote Markt boert goed. Uit mijn werk haast ik mij naar het Stadhuis. Voor een bijzonder evenement: de historische opera 'Sebo Huninga' van het Groningse koor 'Kwajr'. Ik had er nog nooit van gehoord of over gelezen, maar dat bestaat al sinds 1993!
Sinds de oprichting brengt 'Kwajr' jaarlijks twee programma's voor het voetlicht. Muziek uit alle eeuwen en in alle genres. En altijd op bijzondere locaties en met bijzondere samenwerkingen: de opera Dido en Aeneas in de Oude Suikerfabriek, Sacred Concert van Duke Ellington met een bigband en de muzikale omlijsting van de stomme film Metropolis. Stuk voor stuk concerten welke ik graag had beleefd.
Door de bruidsdeur onder de grote trap gaan we het nog maar net gerenoveerde stadhuis binnen.
Bij de ingang staan nog potige edoch zeer vriendelijke beveiligers. Verderop in de gang worden we verwelkomd door mensen in historische kostuums. Op tafels staan schitterende taarten, cakes en andere mierzoete versnaperingen welke absoluut niet zouden misstaan in de vitrines van het Londense Harrods. Nog een bijzondere traditie van 'Kwajr': die worden door koorleden gebakken en tijdens pauzes of na afloop van concerten aangeboden. Handig om te weten alvorens je je aanmeldt voor een auditie. Het is uitverkocht dus vol. Er worden stoelen aangesleept.
We zitten in het atrium: de vroegere binnenplaats uit 1810 van de architect Jacob Otten Husly. Later is het overdekt en nu zien we een fraai hemelsblauw plafond met gouden sterren. Verder is het wit, heel, heel, erg, erg wit. Hier en daar steekt nog een elektriciteitsdraad uit het verse stucwerk: men is het in de raadsvergaderingen blijkbaar nog niet unaniem eens geworden over een wandlampje.
Het verhaal: In de zeventiende eeuw wist iedereen in Oldambt wie hij was: herenboer en held Sebo Huninga.
Hij leidde het verzet van de boeren tegen de machtige stad Groningen. De verhouding tussen het trotse Oldambt en de steeds dominantere stad Groningen is lange tijd moeizaam geweest. In de eerste helft van de zeventiende eeuw kwam dit tot een uitbarsting van verzet, onder aanvoering van landjonker Huninga. Hij werd uiteindelijk als leider bij verstek ter dood veroordeeld en later verbannen, maar het is de drost van Groningen nooit gelukt hem te arresteren.
De opera is geschreven door koorlid Mark de Vries. Hij is hoofddocent Algemene Taalwetenschap aan de RUG en componeert. Eerder leverde hij de opera De Landenwandelaar aan 'Kwajr'. In het programma staat hij geboekstaafd als componist. De muziek is spannend. Het mini-orkest bestaat uit een piano, viool en een cello. Dat is het. Maar het klinkt vol, compleet en harmonieus. Ik hoor invloeden van de Duitse/Amerikaanse componist Kurt Weill (niet vreemd: het duo Brecht/Weill staat ook bekend om hun strijd van de gewone man tegen het gezag) en Purcell. En met spannend bedoel ik dat de koorpartijen een flinke uitdaging zijn, wrange akkoorden, wisselend van majeur naar mineur, fascinerende canons en tegenpartijen. Mooi uitgevoerd onder leiding van dirigent Merlijn Wackers.
Wie het libretto schreef, blijft ongewis. De opera wordt in het Nederlands gezongen. Ook dat is bijzonder.
In combinatie met de composities komen veel klemtonen op wel heel vreemde lettergrepen te liggen. Nu merk ik als import-Stadjer wel vaker dat woorden hier in het Noorden heel anders uitgesproken worden dan in de Randstad. Maar omdat het in dit concert veel voorkomt, wordt het een soort stijlfiguur. De strijd van tekst versus muziek. En versterkt het de strijd van de boeren versus de overheid.
Geen opera zonder solisten. Bariton Jitze van der Land vertolkt de rol van Sebo Huninga. Jitze studeert nog aan het Prins Claus Conservatorium. Hij zingt vooral ontzettend keurig en uitstekend verstaanbaar. Mezzosopraan Hanneke Tichelaar vertolkt de echtgenote van Sebo: Tija Tiddinga. De schatrijke erfgename van de latere Huningaborg. Zij heeft al een stuk meer ervaring en dat hoor je.
De meest spannende composities zijn voor mezzosopraan Judith Bouma. Zij vertolkt de rol van Drost van Groningen. In een schitterend kostuum gestoken en met plaksnor zet zij een overtuigende drost neer. Na enkele minuten heb je al niet meer het gevoel naar een als man verklede vrouw te kijken en te luisteren. Het klopt. Zowel in de laagte als in de hoogte is haar stem soepel, spannend en ferm. Als een Olympisch onderdeel op een skipiste. Nog overtuigender is Ries Buckers als Prins Frederik Hendrik: zoon van Willem van Oranje en erfopvolger.
Prins Frederik Hendrik koos niet voor veldslagen waarbij zovele van zijn ooms hun Waterloo hadden gevonden, maar voor het belegeren van steden.
Hij ging dan ook als Stedendwinger de geschiedenis in. De Oranjezaal in Paleis Huis ten Bosch herinnert aan zijn heldendaden en zijn zoontje Willem huwde de Engels kroonprinses Mary Stuart. Die bravoure en hang naar status zie en hoor je terug. Ries is misschien de minst gedrilde solist maar wel met een enorm lef. En dan mag je van mij best af en toe een noot missen.
Niets dan lof tot nu toe. En toch mis ik wel iets: het wordt niet avontuurlijk, niet opwindend en gevaarlijk. Bij Brecht/Weill is een bruiloft ook echt een feest! Hier is het een formaliteit en van verliefdheid blijkt weinig. Nu werden er in de 17e eeuw wel vaker verstandshuwelijken gesloten en het is en blijft Groningen ('het kon minder') maar toch… Bij Brecht/Weill is een opstand zo'n beetje oorlog! Hier blijft het bij wat gesputter, een enkele vuist in de lucht en we zien een hooivork. Een stadhuis vol met omgekeerde Nederlandse vlaggen hoeft ook weer niet maar toch…
Regie en vormgeving zijn van Fokko Jelsma. Spelen op bijzondere locaties kent beperkingen of liever gezegd uitdagingen. De ruimte voor enscenering is beperkt. Het publiek zit gelijkvloers, geen tribune. Er zijn twee opstapjes voor de solisten. Een iets verhoogd podium op verschillende niveaus had al wonderen verricht. Of beter nog: het gehele atrium benutten! Op alle etages zitten nog de ramen die uitkeken op de voormalige binnenplaats: wat een kansen! De kostuums zijn zonder meer prachtig en het enthousiasme van een ieder aanstekelijk.
Kortom: Sebo Huninga is een heel mooie Groningse opera. Uitgevoerd door een enthousiast en bevlogen gezelschap. Iets om trots op te zijn. Alle voorstellingen zijn uitverkocht, kortom: 'Kwajr' boert goed.
Onder leiding van dirigent Merlijn Wackers en regisseur Fokko Jelsma.
Solisten: Jitze van der Land, Hanneke Tichelaar, Judith Bouma en Ries Buckers.
Instrumentalisten: Anna Britala (viool), Teodora Nedyalkova (cello) en Nikolay Dimitrov (piano).