De Grote Kunstshow, een initiatief van cultureel ondernemer Johan Idema, brengt kunst op theatrale manier voor het voetlicht. Volgens de Vlaamse presentator Lucas de Man heeft onderzoek uitgewezen dat ‘we’ in musea gemiddeld 11 seconden stilstaan bij een kunstwerk. Dat is best kort.
In mijn geval ligt het er ook zeer aan welke musea en tentoonstellingen ik bezoek. Onlangs bezocht ik in Rome het Vaticaanmuseum. Daar kún je niet eens stilstaan! Als vee schuifel je in een oneindige stroom langs honderden imposante gobelins, duizenden stukken marmer, globes en door zalen vol stapels antiek aardewerk zodat ik me afvroeg hoe het mogelijk was dat er in een ander museum ter wereld ook nog maar één stuk present was…
Tijdens de anderhalf uur durende Grote Kunstshow wandel je niet lángs de kunstwerken, maar krijg je deze één voor één voorgeschoteld op een bühne.
In theatrale scenes, muziek, monologen, interviews sta je aangenaam stil bij een fijne selectie aan werken die representatief zijn voor het oeuvre van de kunstenaar. Een stuk langer dan de 11 seconden.
Lucas de Man, bekend van AVRO/TROS’ Kunstuur, is de presentator. Die titel doet te weinig recht aan zijn prestatie. Hij is een echte EmCee in de traditie van de legendarische Joel Gray in de film ‘Cabaret’. Behendig, adrem, vilein maar vooral innemend loodst hij ons van onderdeel naar onderdeel. Een moderne versie van onze eigen Pierre Janssen (1926-2007). Die lange, magere en buitengewoon fascinerende presentator. Met trillende handen presenteerde hij het televisieprogramma Kunstgrepen van de AVRO van 1959 tot 1975. Het is nu nauwelijks meer voor te stellen maar op de zondagavond (prime time!) trok hij een miljoenenpubliek.
Ik had nog nooit van de Grote Kunstshow vernomen. Er zijn al diverse versies geweest o.a. over het werk van Bas Kosters en Atelier van Lieshout. Nu valt de eer te beurt aan Erwin Olaf (Erwin Olaf Springveld: 1959 – 2023).
Wie kent Erwin Olaf en zijn werk niet? Ik ben fan.
Heb helaas geen werk van hem thuis (de verzekeringspremie is fors) maar wel de boeken. Het boek MIND is prachtig. Foto’s van mensen met het Downsyndroom. Het boek OWN (geleverd met witte handschoentjes) is een kunstwerk an sich. De serie met oudere vrouwen als pin-ups is verrukkelijk.
We krijgen een selectie te zien, begeleid door commentaar. Opmerkingen van kleinkinderen, willekeurige toeschouwers en mensen die deze vrouwen hebben gekend. Wij leren ze ook een beetje meer kennen. Ze ontstijgen de rol van model. Ontroerend en vaak hilarisch.
De vintage interieurs zijn fascinerend. En altijd wel ergens dat stopcontact met een stekker. En altijd die gesloten vitrages. Ze worden begeleid door een monoloog.
Het verhaal over Jacky Kennedy.
Er werd gesuggereerd dat zij op die bewuste 22 november 1963 uit de open limousine wilde vluchten. In werkelijkheid boog zij zich over haar geliefde en probeerde de hersens bij elkaar te vegen. Ze was doodsbang maar niet laf. De monoloog gaat door merg en been, wordt gelardeerd met live gezongen regels van ‘Summertime’: de aria uit de opera Porgy and Bess (1935) van de Amerikaanse componist George Gershwin. De moord schokte de wereld. Het was niet ‘zomaar’ een moord op een persoon, niet ‘zomaar’ een moord op een president. Het was een moord op een nieuwe vrijheid, een jeugdig elan, een gevoel van een aanstaande of reeds in gang gezette revolte. Wát een presentatie. De tranen branden…
Dat doen ze ook na een ander intermezzo. Een lezing van Margriet van der Linden. Zij stelt dat Nederland de laatste twintig jaar in slaap is gesukkeld wanneer het gaat over homo-emancipatie om maar eens een ouderwets woord te gebruiken. Olaf is altijd open geweest over zijn liefde voor mannen. Zowel privé als in zijn werk. Hij predikte de schoonheid van elk mens. Man, vrouw, homo, hetero, er tussenin of omheen, schriel, zeer volslank, in welke kleur dan ook. Schoonheidsidealen, activisme, identiteit, kwetsbaarheid en erotiek. Hij nam risico. Want, zo besluit Margriet. Zonder risico geen vrijheid. Wederom: je mag wel bang zijn maar niet laf. En met een appél aan het Gronings publiek: ‘Groningen, laat je horen! Laat je horen! Laat je horen!’
Was ik al enkele malen tot tranen toe geroerd, de vliezen braken bij de laatste projecties. Enorme landschappen in ochtendmist of avondrood. Bossen, waterpartijen. Adembenemend. Over ons heen gestort met het schitterende ‘Im Abendrot’. De laatste compositie uit de cyclus ‘Vier letzte Lieder’. Geschreven voor een sopraan met symfonieorkest en behorende tot de laatste composities van Richard Strauss (1864-1949). Ze werden geschreven in 1948, toen hij al 84 was. De liedteksten zijn gedichten van Hermann Hesse. En dan ook nog de versie met Jessye Norman. Alleen al de eerste maten: mooier sterven is onmogelijk.
Er gebeurt nog meer in deze voorstelling. Ik hoop dat ik u heb verleid tot beleven.
Ik heb weer stil gestaan bij werken van Erwin. Gelukkig veel langer dan 11 seconden. Veel van zijn werk is niet getoond. Zijn commerciële werk, zijn erotiek, de foto’s van het Koninklijk gezin. Er is postuum een tentoonstelling in het Stedelijk Museum te Amsterdam. En er zijn de boeken. Maar wat een sympathieke voorstelling is dit. Sympathiek, ontroerend en uitdagend. Zonder risico geen vrijheid. Je mag bang zijn maar niet laf. We mogen bang zijn én Olaf!
Initiatief
De Grote Kunstshow is een initiatief van Johan Idema. Deze editie wordt gerealiseerd door Johan Idema en TOT, in samenwerking met Studio Erwin Olaf. Met medewerking van onder meer Lars Brinkman, Sacha Bronwasser, Diewertje Dir, Sara van Gennip, Maxine Palit de Jongh, Renée Kapitein, Margriet van der Linden, Rick Steggerda en Marline Williams.
Hoofdfoto: Erwin Olaf. Foto verkregen van SPOT Groningen


