Ik mocht te gast zijn in het Grand Theatre bij een voorstelling van 'De Doornvogels'. Die onthutsende ervaring heb ik een kleine week laten bezinken. Hoe en wat kan ik hier over schrijven? Gisteravond hoorde ik tijdens mijn werken in schouwburgcafé De Souffleur een nummer dat mij meteen greep. Een nummer van Leonard Cohen: 'Dance Me to the End of Love'. En nu pas klim ik in de pen of beter gezegd: klauter ik over mijn toetsenbord.
Stel, je hebt hersenletsel waardoor je geheugen beperkt is en stel, je wil acteren, hoe doe je dat dan? Bij 'De Doornvogels' weten ze hoe: door te improviseren! Dit theatergezelschap, bestaande uit bewoners van 's Heerenloo (voorheen De Noorderbrug), improviseert ondanks, of juist dankzij hun beperking, verrassende scènes. Hun spel zorgt voor ontroering, verbazing en hilariteit en dat alles met een gezonde dosis zelfspot. Ondersteund door improvisatieacteurs uit de regio. Disabled? Nee, zij zijn THIS abled!
Maar hoe abled ben je als het gaat om het vinden van liefde? In een variatie op het tv-programma 'First Dates' gaan de spelers hiermee stoeien.
Zorgt de elektrische rolstoel voor een vonk of voor kortsluiting? De voorstellingen zijn uitverkocht. Bij binnenkomst zien we de bekende beelden van het televisieprogramma: de witte duifjes, de rode harten. Er is een cocktailbar en er staan tafeltjes met aan elk tafeltje slechts één stoel. Een toetsenist speelt rustige achtergrondmuziek. Het is rumoerig, de sfeer opgewonden en vrolijk: enorme rolstoelen worden binnen gereden en op de eerste rij geplaatst. Tussen het publiek veel mensen met kleinere of grotere beperkingen. Ik voel me erg welkom. En voel ook: hier moet ik zijn.
Mensen met een niet aangeboren hersenletsel… Ik ben nieuwsgierig naar de oorzaken, zoek en vind. Een hersenbloeding of -infarct, zuurstoftekort, tumor, geweldsdelict, bijna verdrinking, ongeval, een waslijst aan neurologische aandoeningen, chirurgie, trauma. De lijst lijkt oneindig en de kans voor elk van ons hierop vele malen groter dan het winnen van de Postcodeloterij. Het meest vreselijke lijkt mij dat je herinneringen hebt aan de tijd vóór dat letsel. Je hebt gespeeld, gesport, gepraat, geravot met vrienden, gedanst met vriendinnen, misschien al geflirt, gezoend en gevreeën. En nu dan? Nu niks meer vanzelfsprekend is? Letterlijk ook…
De voorstelling opent met een videofragment van Victor Abeln: de barman van de TV-versie 'First Dates'. Hij steekt spelers en begeleiders een warm hart onder de riem en wenst iedereen fantastische voorstellingen. Dan barst de bom: op pompende muziek crossen de spelers op. In enorme gevaartes van rolstoelen, bedden en rollators. De speelvloer lijkt een botsautotent maar het gaat allemaal goed. Het zijn dan ook de Rolls Royces onder de rolstoelen. Uitgerust met de meest moderne apparatuur: navigatiesystemen, spraakcomputers, beademingsapparatuur en veel meer dan een complete leek welk ik ben kan benoemen.
Vervolgens krijgen we improvisaties te zien.
Spelers worden aan een tafeltje genodigd, krijgen een cocktail en werken aan 'de klik' met een improvisatieacteur.Op zoek naar 'de ware'. We zien een ontzettend vrolijke jongeman in een rolstoel. Zijn ledematen wapperen en schudden onophoudelijk alle kanten op. Via een spraakcomputer horen we wat hij denkt. Er wordt geïnformeerd naar zijn hobby's. Zijn handen schudden over een display: 'Ik speel viool'. Wat een humor, zelfreflectie, wat een schitterende zelfspot. Ik ben om en met mij het voltallige publiek. Een bulderend lachsalvo en een dik verdiend open doekje.
Een jongedame eveneens in een rolstoel. Haar ledematen hangen slap neer, haar hoofd in een steun, de mond open. Prachtig gevlochten en gekapt haar, de lippen vuurrood gestift. Met haar schitterende ogen kijkt ze geconcentreerd op een kaart met pictogrammen. Een begeleidster volgt die blikken en maakt de boodschappen verbaal. De jongedame volhardt tot grote hilariteit van het publiek in haar afwijzingen: de manspersoon is duidelijk niet de kerel met wie ze levenslang wil dansen. Een gedecideerde dame met dwerggroei. Daar wil je het niet mee aan de stok krijgen. Gelukkig heeft ook zij enorm veel humor, met haar wil ik zeker wel een dansje wagen.
En dan: een man op een bed. Zijn lichaam in een soort mal van schuimrubber. Als een heel kostbaar juweel in een speciaal vervaardigde etui. Niks beweegt, ik zie zelfs geen ademhaling. Er wordt gevraagd naar zijn grootste wens. Met veel moeite komt er antwoord: 'Naar de maan'. Waarom? 'Daar kan ik lopen'. De tranen biggelen over mijn wangen.
En zo maken we kennis met al die prachtige spelers. En hun begeleiders en de improvisatieacteurs die met al deze mensen werken. In de voorstelling zijn zij vooral de aanjagers. Naar mijn smaak proberen ze net iets te vaak van die rol een hoofdrol te maken. Door leuk te doen. Ze hebben zeker talenten en doen fantastisch werk. Maar 'de lach aan hun kont hebben hangen' hoort daar niet bij. Die eer is voor de spelers-op-wielen.
Ik, en met mij gelukkig vele anderen, hebben iets on-ge-lo-fe-lijks beleefd.
Het heeft mij diep, heel diep geraakt. En enorm gesterkt in mijn ambities om met en voor mensen te werken die er volgens de goegemeente niet of nauwelijks meer toe doen. Omdat ze geen contributie meer betalen aan het kapitalistische systeem, geen zichtbare materiele bijdrage meer leveren aan de maatschappij, het mikpunt zijn van spot en/of geweld, iets verschrikkelijks en onomkeerbaars hebben gedaan, een kostenpost zijn, een last.
En ik ben verliefd geworden. Op iedereen een beetje maar op één persoon speciaal. Aan wie ik zou willen vragen: Dance Me to the End of Love…
Hoofdafbeelding: © De Doornvogels, foto verkregen van Grand Theatre