In 2020 begonnen de feitelijke voorbereidingen. Begin 2021 moest het gebeuren: een maand lang zou de Amerikaans-Canadese singer-songwriter Rufus Wainwright (1973) samen met het Amsterdam Sinfonietta touren langs de meest belangwekkende concertzalen van Nederland. Covid-19 gooide roet in het eten. Dat deed het begin 2022 wéér. Maar in januari 2023 was het eindelijk zover en Groningen had de eer van de première!
De Oosterpoort stroomt bomvol. Het gros van de kaarten vloog binnen een week weg en inderdaad: her en der is één enkele stoel onbezet. Toen ik reserveerde, waren er slechts 2e-rangs kaarten beschikbaar maar we zitten fantastisch. Zevende rij, links van het midden aan het gangpad. Vrij uitzicht op het podium. We zijn blij en vooral opgewonden.
Want ik ken eigenlijk alleen zijn albums Want One en Want two en werd direct gegrepen door die stem welke je uit duizenden herkent. De scherpte ervan (bijna nasaal), het bereik, de kracht maar vooral de schijnbare nonchalance, luiheid, onverschilligheid. Bijna alsof ie er helemaal geen zin in heeft. Ik herinner me nog heel goed dat ik voor het eerst zijn Agnus Dei (ook gebruikt in de films Trade en Het leven uit een dag) en zijn Love Affair hoorde: ik kon gewoon niet slapen!
Vriend en vijand zijn het eens: Rufus Wainwright is een van de belangrijkste singer-songwriters van deze tijd.
Zijn briljante mix van pop, vaudeville, jazz en folk maken hem uniek en tijdloos. Daarnaast slaat hij regelmatig een brug naar de wereld van de klassieke muziek. Rufus groeide op in een muzikaal gezin: zijn vader was een bekend troubadour, zijn moeder een succesvolle folk-artieste. Op zijn vierde begint hij met piano spelen en nog voor zijn twaalfde sleept hij de titel ‘meest veelbelovende muzikale talent' in de wacht.
Maar ook hier gold: het zijn sterke benen die de weelde kunnen dragen. Hij begon een hedonistisch leven vol drank, drugs en seks. Hierover is o.a. in The New York Times een uitgebreid artikel verschenen. Het verhaal gaat dat Wainwright op een zekere ochtend in 2003 na wekenlang dag en nacht feesten compleet beneveld van de alcohol, drugs en uitgewoond door minstens twintig kerels eindelijk weer eens de studio binnen gewaggeld kwam, achter de vleugel plaatsnam en begon te zingen. Zijn producer nam vliegensvlug alles op en zo kwam de helft van zijn album Want One tot stand. Als je naar het nummer Love Affair luistert, kun je je daar werkelijk alles bij voorstellen.
Gekke (en heel commerciële) uitstapjes maakte Wainwright ook. Zo schreef hij Ode to Antidote ter gelegenheid van het eerste mannenparfum van het Nederlandse mode-duo Viktor & Rolf en trad daarmee op tijdens een coutureshow van deze ontwerpers in Parijs.
In 2020 leverde Wainwright met Unfollow the Rules een van zijn allerbeste albums af. "Wainwright is een meester in het schrijven van melodieën die in de lucht leken te hangen, voorbestemd er door hem te worden uitgeplukt, om ze vervolgens te laten klinken alsof ze er altijd al waren." (OOR)
En nu dus het programma 'Devils and Angels', met stukken en songs geïnspireerd door Liefde en Haat.
Naast nummers van Rufus zelf zoals Devils and Angels en Westside Waltz, zijn er covers te horen van o.a. Prince en Paul Simon en klassieke stukken die zich verweven met popsongs.
Het Amsterdam Sinfonietta o.l.v. Candida Thompson komt op en opent met Dance Macabre van de componist Camille Saint-Saens. In een even bijzonder als spannend arrangement van Hugo Bouma. Daarna verschijnt hij: de 'Prins van de kamer-pop'. Flamboyant gekleed in een zwarte glitterjeans met de modieuze scheuren her en der en een zwart smokingjasje met op de revers een viertal niet al te bescheiden broches. Kortom: Rufus spat de zaal in. Hij opent met het nummer Raspberry Beret van Prince. Niet het meest interessante nummer van deze artiest, maar het zet wel de toon van dit concert. Het wordt spannend, het gaat wringen.
Wat volgt is Westside Waltz van Rufus zelf. Een ode aan George Gershwin (New York, 26 september 1898 – Hollywood, 11 juli 1937), met de vraag: wat zou hij geschreven hebben als hij nu nog had geleefd? Weinig denk ik op 124-jarige leeftijd maar de idee is origineel. Er zijn meer odes. Aan zijn vader Loudon Wainwright III met een jolig countrynummer: Een dood stinkdier op het midden van de weg. Hier blijkt ook de grote virtuositeit en het gevoel voor humor van het Amsterdam Sinfonietta: de violen gaan van de schouders en worden als ukeleles vastgehouden en met de blote handen bespeeld. Ze klinken als erg vrolijke banjo's. Twee odes aan zijn moeder Kate Mc Garricle. Aan Paul Simon met zijn American Tune.
Een uiterst aangename verrassing is wanneer Rufus niet áchter de microfoon plaats neemt maar ervóór.
Samen met de leden van het Sinfonietta zingen zij zonder instrumenten en akoestisch de hymne Hard Times Come Again No More. En dat voor een zaal met ruim 1.100 bezoekers! Echt krachtig wordt het als hij zelf achter de vleugel plaatsneemt en met fenomenale uithalen van die zeer bijzondere stem helemaal lijkt op te gaan in zichzelf en zijn muziek.
Maar de grote verrassingen van de avond zijn toch de klassieke aria's in combinatie met werk van Rufus zelf. Wagners Tristan en Isolde met Wainwrights Early Morning Madness, maar vooral de naadloze overgang van een aria van Gluck in de opzwepende tango Devils and Angels. Dan is er geen millimeter ruimte meer voor haat. Voel ik alleen maar liefde voor deze rasartiest, deze musici en deze muziek. En breken bij mij de vliezen…
Hoofdafbeelding: © Tony Hauser. Bron: https://www.spotgroningen.nl/wp-content/uploads/2021/06/Rufus-Wainwright-1-Tony-Hauser.jpg