De Stadsschouwburg stroomt vol. Echt vol. Met enorm gemêleerd publiek. Ik zie veel pubers, legio jonge stellen en vriendengroepen en ouderen. Alleen al daarvan kan ik erg genieten. Wij komen allemaal af op de voorstelling 'Coriolanus' van het Nationale Theater. Recensenten kwamen loftuitingen tekort over deze voorstelling met een 'weergaloze Yela de Koning' in de titelrol.
Coriolanus is een van de minder bekende stukken van William Shakespeare (1564-1616). Hij schreef de tekst omstreeks 1608. In 1623 volgde een eerste publicatie maar pas in 1682, na de Engelse Restauratie die volgde op het puriteins en militaristisch bewind van Oliver Cromwell (alle theaters waren in die periode verplicht gesloten), werd het stuk voor het eerst opgevoerd. In 1719 volgde een bloederige bewerking die door het publiek werd weggehoond. Na slechts drie uitvoeringen viel het doek. Pas vanaf 1754 werd het stuk weer regelmatig uitgevoerd in de originele tekst.
In Nederland wordt het stuk spaarzaam gespeeld.
Tom Kleijn vertaalde de tekst in 2007 welke op repertoire werd genomen door het toenmalige Toneelgroep Amsterdam en uitgevoerd tijdens het Holland Festival dat jaar. Ook bekend is een versie van het RO-Theater uit 1996. En nu dus Het Nationale Theater.
Het verhaal in een notendop. We schrijven de overgang van de 6e naar de 5e eeuw voor Christus. Door opeenvolgende misoogsten is graan schaars en dreigt er hongersnood. Uiteraard vooral onder het gewone volk, het plebs. Dan woeden er rond Rome ook nog eens oorlogen. Gaius Marcius is de zoon van een patriciër. Zijn vader is vroeg overleden, zijn moeder een ambitieuze vrouw die grootse plannen heeft voor haar telg. Marcius trekt ten strijde, verslaat de voornaamste vijand, keert als een held terug naar Rome en krijgt een koninklijke erenaam: Coriolanus. Hij eist het hoogste politieke ambt op maar zijn tegenstanders hitsen het volk tegen hem op. Marcius vlucht verbitterd. Uit wraak sluit hij zich aan bij de eerder verslagen vijand en besluit hij de stad, waarvoor hij eerder zijn leven waagde, te vernietigen.
'Coriolanus' is ook een vlijmscherp college politicologie: het gekonkel aan de top maar ook de wispelturigheid van het volk.
Wat als emotie en opportunisme het winnen van verstand en gemeenschapszin? Kortom: heel erg anno nú. In ruim vierhonderd jaar is er weinig veranderd: l’Histoire se repéte. Als een echte postmodernist beleef ik het geheel.
Het decor is even kolossaal als slim. We zien enorme, donkergrijs/zwarte trappen die steeds van positie en dus samenstelling veranderen. Het ene moment bevinden we ons in een arena, dan op de trappen van parlementsgebouwen, op een plein, in stegen. De belichting lijkt eenvoudig en is fraai. Ook de kleding en het haarwerk zijn overwegend zwart. Niets van dat al eist alle aandacht. Die kan volledig naar de inhoud en het spel.
Regisseuse Nina Spijkers maakt een opmerkelijke, avontuurlijke keuze: zij zet niet een man, maar een vrouw in de titelrol.
De rol van een woedende generaal. Het programmaboekje meldt hierover: "Waar woede bij mannen vaak gezien wordt als een kracht, worden boze vrouwen meestal weggezet als zwak of hysterisch. Terwijl zij zoveel redenen hebben om kwaad te zijn." Iets in die laatste zin prikkelt mij. Het heeft iets activistisch, feministisch en opruiends. Ik vul in dat het te maken heeft met een emancipatieproces wat tergend langzaam verloopt. Ik als niet normatief heteroseksuele man herken dat. Ervaar zelfs dat het soms één stap vooruit is en vervolgens drie stappen achteruit wat mijn drijfveer was om het theaterstuk Ketchup te maken.
Zowel ik als mijn partner als vrienden hebben te maken met organisaties welke voor ruim negentig procent worden bestierd door vrouwen: zorg, kinderopvang en uitvaartbranche. De gehele top is vrouw, ergens onder in het middenkader bungelt de eerste man en verder zijn mannen onder aan het organigram te vinden: op de werkvloer. Het manipuleren, het zagen, zuigen en sarren: de vorm is net iets anders maar in wezen verschilt het bitter weinig van organisaties waar mannen de scepter zwaaien. En er komt zelfs iets bij: een vileine wraak op de andere sekse (en op een deel van de eigen sekse welke in hun ogen te weinig activistisch is of gewoon heel tevreden met hun rol in gezin en maatschappij).
In de tijd van Shakespeare mochten vrouwen niet eens toneel spelen. Alle vrouwenrollen werden door mannen vertolkt.
En nu een vrouw in de titelrol: in ruim vierhonderd jaar is er dus best flink vooruitgang geboekt. Vervolgens lees ik: "We gaan Coriolanus’ vrouwelijke woede laten fonkelen. Een actuele Shakespeare met hoge hartslag en rake klappen. Wen er maar aan." Nou, kom maar op dan! Ik heb een enorm zwak voor sterke vrouwen. Ik ben wel toe aan een nieuwe Alexis! (een rol van Joan Collins in de mateloos populaire tv-serie Dynasty 1981-1989).
De voorstelling opent met een prachtige parabel over de rol van de buik in het menselijk lichaam en de droge, bijna spottende aankondiging "Coriolanus: bedrijf één, deel één." Ik houd daarvan: een subtiel eerbetoon aan historisch repertoiretoneel. En hoewel Coriolanus vijf bedrijven telt met elk minstens zoveel delen, blijft het bij die ene aankondiging. Waarom? Dan barst de bom. De oorlog tussen Rome en Umbrië, waarvoor in een film waarschijnlijk duizenden figuranten zouden zijn opgetrommeld, wordt teruggebracht tot een duel tussen de generaals Aufidius en Gaius Marcius. Dat werkt heel goed uit. En ja: de vrouw verslaat de man. Ik ben benieuwd wat het effect was geweest als Spijkers ook van de opponent een vrouw had gemaakt. Het fenomenale waterballet tussen Alexis en Krystle staat na al die jaren nog haarscherp op mijn netvlies.
Marcius keert zegevierend en mateloos ambitieus terug naar Rome, naar haar hoogzwangere echtgenote (leve de vooruitgang!) en haar moeder Volumnia: een fantastische rol van Betty Schuurman. Waar Yela vooral een tierend en bulderend kanon is, is Betty de reïncarnatie van Alexis. Vrouwelijk, verleidelijk, dominant en nietsontziend. Schaamteloos zet ze moederliefde in als chantagemiddel. De confrontaties tussen moeder en Coriolanus behoren tot de hoogtepunten van deze voorstelling. Maar een moeder/zoon verhouding is wezenlijk anders dan een moeder/dochter relatie. En juist in deze machtige scenes gaat de keuze van Spijkers in mijn beleving wringen. Een dochter zou niet op deze wijze op het gekonkel van haar moeder reageren. Het zijn de reacties van een zoon. Zelfs Sigmund Freud (1856-1929 en grondlegger van de psychoanalyse) heeft Coriolanus en dan voornamelijk de relatie moeder/zoon (het Oedipus-complex) tot op het bot zorgvuldig ontleed en zijn bevindingen uitgebreid beschreven. Het acteerwerk van Yela is goed. Toch heb ik steeds het gevoel naar een vrouw in een mannenrol te kijken. Een vorm van travestie.
De oerkreten waarmee Coriolanus uiteindelijk haar trots laat varen en de moed toont om voor vrede te kiezen, gaan door merg en been.
De schoppen welke ze incasseert in een laatste confrontatie met Aufidius, doen een rilling van afschuw door de zaal gaan. Als ze vermoord alleen op het toneel wordt achter gelaten, wil je niets liever dan het podium oprennen en haar tenminste fatsoenlijk de ogen sluiten, een laatste kus op het voorhoofd drukken en haar toedekken. Mijn zucht naar hysterie wellicht maar ook de kracht van deze voorstelling. Beide hebben geen gender, zijn van alle tijden en zullen dat altijd zijn…
Makers
Tekst: William Shakespeare
Concept en regie: Nina Spijkers
Eindregie wegens zwangerschapverlof: Liesbeth Coltof (leve de vooruitgang!)
Cast: Mariana Aparicio, Bitha Babazadeh, Mika Bisschop, Emma Buysse, Bram Coopmans, Bram Flick, Fjodor Jozefzoon, Yela de Koning, Rick Paul van Mulligen, Sander Plukaard, Betty Schuurman, Joris Smit
Vertaling: Tom Kleijn
Scenografie: Studio Dennis Vanderbroeck met dank aan Janne Sterke
Dramaturgie: Remco van Rijn, Sarah Goorhuis (stage)
Kostuumontwerp: Lotte Goos
Kap en grime: Lotte Goos en Cynthia van der Linden
Muziekontwerp: Jan van Eerd (Yan)
Lichtontwerp: Tim van ’t Hof