Karina Holla: ik had nog nooit van haar gehoord. Terwijl zij al vele decennia meedraait in de vaderlandse theaterwereld en in 2018 zelfs nog de prestigieuze Theo d'Or in handen kreeg gedrukt. Wellicht heb ik dat berichtje destijds gelezen en voor kennisgeving aangenomen. Ik gun iedereen een schoorsteenmantel vol loftuitingen, inclusief de 'zilveren kaasstengel' voor een jubilerende dorpsbakker of 'vergulde knakworst' voor de beste ambachtelijke slavink, maar ik kende de mevrouw dus niet.
Dik ingepakt begeef ik mij naar de Usva: het universiteitstheater van Groningen. Mijn favoriete vlakke-vloer-theater waar veel studententoneel wordt uitgevoerd op veelal verrassend hoog niveau en waar een drankje nog 1,80 euro kost. Een ongewone plek voor een inmiddels 73-jarige actrice die in de jaren zeventig en tachtig furore maakte in het Kruithuis (voormalige kleine zaal van de Stadsschouwburg), het Grand Theatre en de Oosterpoort.
Karina Holla speelt een solovoorstelling genaamd 'De Dresser'.
Geïnspireerd door en losjes gebaseerd op de film The Dresser uit 2015. Dit was de tweede verfilming (de eerste stamt uit 1983) van het toneelstuk van Ronald Harwood uit 1980. Een typische toneelfilm, vol sombere observaties over oud worden, levenskeuzes en het stressvolle theaterleven met o.a. de fantastische acteerkanonnen Ian McKellen en Anthony Hopkins.
Holla vertolkt een acteur die op het punt staat zijn verstand te verliezen, hij vecht voor zijn leven en voor zijn passie voor theater. Hij heeft een zenuwinzinking, hij is verscheurd. Aan de ene kant wil hij ophouden met spelen, aan de andere kant is hij verslaafd aan de magie van het theater. Grandeur en verval, roem en eenzaamheid, moed en vertwijfeling. Het tragikomische van de aftakeling en ontreddering.
De enige aanwezige studenten staan achter de bar en controleren de kaartjes. Verder lijken de aanleunwoningen in Groningen leeggestroomd. Aanwezig is een fikse schare trouwe fans die houvast zoekend bij deze en gene en mij de tribune op struikelt. Aftakeling en ontreddering: de acteur lijkt prediken voor eigen parochie…
Maar zo gemakkelijk maakt Holla zich er niet vanaf. Wat volgt is een fantastische monoloog van een uur.
Een uur vol fascinerende verhalen uit haar (of dat van de personage) leven en carrière. Hoe ze als kind thuis danste in een groteske tutu om de ouderlijke twisten en vetes te sussen. Haar prachtige bruidsjurk verruilde voor één nacht met haar dode droomprins, de balts van een secretarisvogel, de ontmoeting met een sjamaan die demonen van haar schouders plukte en uit het raam wierp en meer, veel meer.
Het is klip en klaar dat Karina Holla ooit de Mime Opleiding succesvol heeft gevolgd en afgerond. Elke beweging, hoe minimaal ook, is raak. Op haar gerimpelde handen raak je niet uitgekeken. Haar, als een pierrot geschminkte, gelaat laat een ongelofelijk palet aan uitdrukkingen zien. Van grotesk tot subtiel en dan haar ogen: groot van levenslust, ondeugd, pret en avontuur en vervolgens waterig van ouderdom en verdriet. "Mijn lichaam doet niet meer wat ik wil…"
Maar Holla heeft zich verder en breed ontwikkeld. Ze mag wat mij betreft een Grande Dame van het Nederlandse toneel genoemd worden. Die stem: zo broos, maar elke lettergreep is verstaanbaar. Ook als ze die fluistert of zelfs in het geheel geen klank meegeeft. Zonder geluidsversterking. Wat een vakmanschap! Ik heb daar de grootste bewondering voor. Ben zelf opgeleid met het adagium: 'Tot 250 man publiek speel en zing je akoestisch'. De Usva is zo'n zaal. Maar je zou ze de kost moeten geven: het legertje zelfbenoemde zangers/zangeresjes die voor een handjevol publiek met een installatie komen aanzetten waarmee ze Martiniplaza kunnen opblazen. Of de acteurs van gerenommeerde gezelschappen welke met de meest moderne zendermicrofoons maar wat voor zich uit murmelen.
Holla speelt in een even eenvoudig als krachtig decor.
Een vierkant rood tapijt met aan drie zijden een ijzeren hekwerk-constructie. Een toneel, kleedkamer en kooi ineen. Her en der hangen theaterkostuums van haar glansrollen uit het verleden welke zij naar beneden takelt en kort draagt. Vooral kort want het volgende verhaal brandt al weer op haar lippen en moet verteld worden. Over een protagonist uit een stuk van Gogol bijvoorbeeld. Meer onthutsend en ontroerend krijg je het niet. Ze eindigt met een enorme stapel theaterkostuums in haar armen en laat die vervolgens glippen. Haar armen zijn weer leeg, klaar voor nieuwe. Haar spel is overtuigend maar één ding wordt heel helder: hier staat een vrouw die nog lang niet aan stoppen hoeft te denken. Een vrouw van wie heel veel beginnende spelers en makers nog ontzettend veel kunnen leren, moeten leren!
Deze prestatie biedt ook troost. Ikzelf heb nog nooit getwijfeld tussen stoppen of doorgaan maar ook mijn lichaam doet steeds vaker niet wat ik wil. En, om met Karina te spreken, elke voorstelling je rug weer ontbloten voor de gesels van de critici is zwaar. Om nog maar te zwijgen over de reacties na afloop in de foyer zoals ze memoreert: "Je bent wel erg 'niche' he?" En: "Tja, wel wat clownesk." Ik herken dat. Je staat een hele avond de ingewanden uit je lijf te spelen en zingen, krijg je te horen: "Wat een talent! Daar zou je iets mee moeten doen." Dát is pas ontreddering. Dán jeukt een vuist. Gelukkig doet mijn lichaam niet altijd meer wat ik wil…
Makers
Concept/spel: Karina Holla | Dramaturgie/eindmontage: Jeroen Kriek | Tekstadvies: Rob de Graaf | Scenografie: Theun Mosk | Kostuums: Mattijs van Bergen | Muziek: Rikard Borggård | Techniek: Frank van Schie | Affiche: Paulina Matusiak & Eddy Wenting | Productie: Compagnie Karina Holla
Hoofdfoto: © Ben van Duin, voorstelling De Dresser, Karina Holla