'Oom Vanja' of 'Oom Wanja' is een toneelstuk van Anton Tsjechov, met als ondertitel 'Taferelen uit het landleven in vier bedrijven'. Het is een bewerking van Tsjechovs toneelstuk 'De bosgeest' uit 1889. Onder regie van Liliane Brakema brengt het Noord Nederlands Toneel een eigen versie van 'Oom Wanja' naar de Stadsschouwburg.
De precieze ontstaansgeschiedenis van 'Oom Wanja' is nog altijd ongewis.
Na een reeks opvoeringen in Russische provinciesteden, kreeg het zijn Moskouse première op 26 oktober 1899 in de regie van Konstantin Stanislavski. Later beroemd geworden door de naar hem vernoemde acteermethode: de acteur moet spelen alsof het écht is en daarbij putten uit de vaak diep verborgen herinneringen in zijn emotioneel geheugen. Stanislavski nam geen genoegen met de technische uitbeelding van toneelrollen. Hij wenste emotionele overgave.
Olga Knipper, Tsjechovs latere echtgenote, speelde een van de hoofdrollen. Oom Wanja behoort samen met De meeuw, Drie zusters en De kersentuin tot het kwartet toneelstukken waarmee Tsjechov beroemd is geworden.
Het is zaterdagavond 11 oktober 2020. De deuren van onze prachtige schouwburg staan al ruim een week avond aan avond open, de kroonluchters branden. Wat hebben we dat lang gemist. Voor het eerst sinds ruim een half jaar ga ik naar binnen.
Een flink tikkeltje vreemd is het uiteraard wel. Mondkapjes voor, uitgestippelde routes en dan een deels kaal getrokken theaterzaal. Praktisch uitsluitend duozitjes: allemaal eilandjes van twee zitplaatsen naast elkaar. Ik ben alleen en lijk daardoor het systeem te ontregelen. Druk overleg via de headsets ('Ik zit hier met iemand die alleen is'): gelukkig krijg ik een prachtplek toegewezen.
De gehele voorbereidings- en repetitieperiode waren voor regisseur Liliane Brakema en haar spelers een Tantaluskwelling. Wat mag niet, wat wel of juist straks niet meer? Hoe ziet de toekomstige tournee eruit? Er staat van alles gepland, maar de besmettingen nemen in rap tempo toe. Dat er strengere maatregelen komen, staat nu al buiten kijf. Brakema en haar team zijn op alle scenario’s voorbereid.
Het decor
Het originele script schrijft voor: de tuin met het terras voor het landhuis en een laan met een oude populier waaronder een tafel is gedekt voor de thee; het is drie uur 's middags onder een bewolkte hemel.
Het is meteen klip-en-klaar dat we een totaal andere Oom Wanja gaan beleven vanavond. Het toneel ligt bezaaid met stoelen. Allemaal dezelfde, van een soort dat je wel in schaftlokalen ziet van enorme fabriekscomplexen. Stalen poten, zitting uit één stuk van een grauwe kunststof. Her en der verspreid of kriskras op een hoop gesmeten met dekzeilen. Als een berg levens, ambities en dromen die op een vuilstort zijn terecht gekomen. Een fascinerend openingsbeeld. Van alle kanten komen de acteurs op, fatsoeneren zich wat en dan gaat het los.
In eerste instantie in een rustig tempo. We krijgen als publiek tijd om uit te maken wie wie is, in welke verhoudingen zij tot elkaar staan of zouden willen staan en wat er nu eigenlijk speelt. Een lang verhaal kort: Wanja is er klaar mee. Hij heeft zich tientallen jaren uit de naad gewerkt voor zijn zwager, een arrogante hoogleraar. Omdat ze dachten dat het belangrijk was wat de beste man deed, bestierden Wanja en zijn nichtje Sonja het landgoed zodat de hoogleraar met zijn kennis de wereld tot een betere plek zou kunnen maken. Maar de professor bleek een mislukkeling en zijn elitaire projecten niet bestaand. Wanja heeft zijn leven gegeven voor een zeepbel. (Bron: website NNT)
Speelstijl
Brakema kiest voor een gewaagde speelstijl. Werken van Tsjechov zijn nogal zwaar op de hand, op het deprimerende af en worden meest serieus benaderd en uitgevoerd. Niet hier. In plaats vanuit een diepe gemoedservaring (Stanislavski draait zich waarschijnlijk om in zijn graf đŸ˜‰ ), worden de karakters flink aangezet: soms tot het uiterste. En dat is knap.
Ook fysiek wordt er nogal wat van de acteurs verlangd. Daardoor krijgen de tekst en de voorstelling als geheel veel kracht. En stijgen deze boven zichzelf uit. Deze versie laat in deze bijzondere tijd voelen hoe wij ons als mensen wanhopig vastklampen aan een situatie die eigenlijk reddeloos verloren gaat of al is. We weten heel goed dat dingen niet langer kunnen doorgaan, maar weten wellicht ook niet hoe dan verder.
In mijn beleving opent de échte voorstelling na zo’n vijftien minuten met een schitterende alleenspraak van Wanja (een rol van Ali-Ben Horsting) als die beseft dat hij zijn leven heeft vergooid aan zijn charlatan van een zwager. Dat is het startschot voor een razend spannende Formule 1-race met minstens even boeiende pitstops. Het is onthutsend hoe Bram van der Heijden in zijn (overigens zeer geslaagde) rol van Astrov ons in vijf minuten kan uitleggen hoe de mens een volledige wereld naar de Filistijnen helpt.
Maar het echte spektakel is aanstonds: het begint met wat gedrup op het podium. Een hoosbui volgt en daarna blijft het gestaag regenen, alsmaar regenen. Alles en iedereen raakt doorweekt. Men banjert ontredderd door elkaar heen, jammert om kleinzieligheden. Het landgoed wel of niet van de hand doen, de een wil de ander, de ander wéér een ander. Of toch weer niet, welles, nietes, welles, nietes.
Steeds duidelijker wordt: het is dweilen met de kraan open. Figuurlijk maar ook letterlijk. Een sneu emmertje, leeg verfblik, een pan en een kapotte dweil: dat zijn de symbolische wapens van deze mensen tegen een catastrofale klimaatverandering en een pandemie.
"Wie niet echt leeft, moet met illusies leven."
Berustende woorden van Wanja. Aan het einde van de voorstelling doet zijn nichtje Sonja (overtuigend gespeeld door Anna Raadsveld) dat nog eens dunnetjes over. Het zou belerend of moralistisch opgevat kunnen worden, maar in het licht van deze hele voorstelling is het prachtig, troostend en vooral juist.
De allereerste Tsjechov-productie in Nederland was een Oom Wanja, bij het ensemble van Louis van Gasteren Sr. in Rotterdam, in 1926, tweeëntwintig jaar na de dood van de schrijver. Criticus Top Naeff reageerde in De Groene Amsterdammer nogal getergd op die uitvoering: "De geleegenheid Anton Tsjechov eenigermate naar den eisch te zien spelen, doet zich bijna nooit voor. Het werk is te moeilijk in zijn subtiele verwevenheid. Wij bezitten geen gezelschap dat er ook maar een gooi naar kan doen."
Het NNT, Liliane Brakema en hun team aan spelers en helpers hebben zeer overtuigend het tegendeel bewezen.
Credits
Liliane Brakema: regisseur
Robbert van Heuven: dramaturg
Roel van Berckelaer: decorontwerper
MAISON the FAUX: kostuum ontwerp
Gé Wegman: lichtontwerper
Ludy Graffelman: regieassistent
Thijs van Vuure: componist/acteur
Ali-Ben Horsting, Anna Raadsveld, Greet Verstraete, Joost Bolt, Martijn Nieuwerf, Bram van der Heijden, Simone Peters en Bien de Moor: acteurs
Foto's: © Reyer Boxem, voorstelling 'Oom Wanja', Noord Nederlands Toneel