Tijdens de voorstelling 'If you could see me now' zijn drie dansers voortdurend in beweging en speelt choreograaf Arno Schuitemaker met de verwachtingen van het publiek. Dit zorgt ervoor dat je als toeschouwer op het puntje van de theaterstoel blijft zitten.
De voorstelling If You Could See Me Now is het laatste deel uit de trilogie van Arno Schuitemaker. While We Strive en I will wait for you waren eerder te zien in het Grand Theatre. In deze reeks zijn telkens drie dansers te zien: iedere keer in een andere samenstelling.
Spelen met verwachtingen en chemie…
Bij de eerste twee voorstellingen werd ervoor gekozen om te werken met verschillende groepssamenstellingen. "Ook vanavond is de groep iets anders, maar deze keer is dat niet bewust gedaan," legt choreograaf Arno Schuitemaker uit tijdens het voorgesprek met het publiek. Zijn opzet was om met dezelfde groep dansers te beginnen als waar I will wait for you mee eindigde. Door een blessure van een van de dansers werd de samenstelling toch aangepast.
"Zorgt dat voor een andere dynamiek?" vraag ik. "Het gaat niet zozeer om dynamiek," antwoordt Arno Schuitemaker: "Maar om een andere chemie tussen de dansers." Hij spreekt uit dat deze voorstelling naar een climax wordt toegewerkt, net als bij I will wait for you. Dat schept verwachtingen, maar wie de vorige voorstelling heeft gezien weet dat Arno Schuitemaker ook graag met onze verwachtingen speelt. Er is dus een kans dat de voorstelling een andere ervaring oplevert dan je van tevoren kunt bedenken.
Arno Schuitemaker rondt het gesprek af en gaat snel naar de regiekamer om de laatste punt op de 'i' te zetten. Het publiek blijft nieuwsgierig achter. Er is ieder geval de verwachting gewekt dat er straks iets bijzonders gaat gebeuren, net als de vorige keer… Het is in ieder geval speciaal dat If You Could See Me Now vertrekt vanaf het punt waar I will wait for you is geëindigd. Daarmee lijken alle vergelijkingen met het tweede deel op te houden.
De dansers lijken zich telkens op de grens te bewegen tussen licht en donker.
Een uur lang zijn de dansers voortdurend in beweging en dat lijkt mij een enorme krachtsinspanning. Hun bewegingen zijn energiek en groots, maar tegelijkertijd subtiel. Telkens zijn kleine veranderingen waarneembaar. Ondertussen wordt het licht in hele kleine stappen gedimd. Op een gegeven moment bewegen de dansers zo snel, dat het lijkt alsof er een stroboscoop aan staat. Terwijl ik dat bedenk, gaat een stroboscoop aan. Het licht flitst van licht naar donker naar licht.
Daartussen, op de grens tussen het licht en donker, flitsen de dansers. Hun silhouetten zijn zichtbaar op de zijwanden. Deze projecties lijken hun eigen verhaal te vertellen. Het is licht: licht genoeg om de drie dansers volledig te zien. Maar het is ook donker: donker genoeg om niet alles te kunnen zien. We zien dus alles, maar tegelijkertijd zien we bepaalde elementen niet. In de dans blijft genoeg verborgen zodat de voorstelling mysterieus blijft.