"Elf nationaliteiten en vier continenten," vertelt theatermaakster Joy Delima trots aan het publiek, terwijl ze de resultaten van haar DNA-onderzoek doorneemt. Heeft ze daarmee hét antwoord op de vraag: wie ben ik eigenlijk? Joy lijkt hierover te twijfelen. Via haar 'Stamboom monologen' neemt zij ons mee in haar zoektocht. Naar haar jeugd, het heden, naar 13 februari 2018 en zelfs helemaal terug naar de zeventiende eeuw. Ze doet daarbij een aantal ontdekkingen die niet alleen voor haarzelf pijnlijk zijn…
De afkomst van de vriend van Joy Delima - inmiddels ex, maar ja, 'zijn verhaal zat al in deze voorstelling' - is allesbehalve gecompliceerd: zijn DNA komt voor 98 procent uit West-Europa. Zijn voorouders lijken zelfs niet verder te gaan dan de provinciegrenzen van Drenthe. In haar Stamboom monologen noemt zij hem dan ook Casper, naar het vriendelijke witte spookje.
Een held in haar eentje
Zelf blijkt Joy zwart te zijn; eigenlijk kwam ze daar pas achter toen ze in Arnhem naar de toneelschool ging. Op haar opleiding bleek zij, in zestig jaar tijd, de tweede zwarte vrouw te zijn. Ze is opgegroeid in Rotterdam, waar ze geen verschillen zag. In Arnhem ervaart zij dat zij zwart is, omdat ze nu 'de enige' is. Hierdoor krijgt zij het gevoel dat zij een hele bevolkingsgroep moet vertegenwoordigen: in haar eentje. Daarmee is zij, naar eigen zeggen, een 'soort undercover superheld'.
In haar eentje zit Joy ook op het podium van het Grand Theatre. Zittend op een bankje kijkt zij de zaal in. Ze blijft voortdurend in contact met het publiek, alsof je persoonlijk bij haar op bezoek bent. Dat geeft een vertrouwde setting. In een kort tijdsbestek krijgen we een grote hoeveelheid korte scènes voorgeschoteld. Deze verhalen variëren sterk. We ervaren tijdsprongen, wisselende emoties, ongenuanceerde reacties die Joy krijgt en haar reacties hierop. Haar kracht is dat zij haar karakters op een soepele manier weet te veranderen en daarbij telkens geloofwaardig blijft.
Zo ervaren wij de verbazing van Joy over het feit dat zij de enige zwarte vrouw is op de toneelschool. We zien haar onzekerheid als zij in 2018 Casper meeneemt naar de bioscoop; hoe gaan de andere bezoekers reageren op het feit dat zij een witte vriend heeft? We vieren haar triomf mee als ze op de middelbare school een eigen plekje op de verwarming heeft weten te bemachtigen, samen met de mensen die ertoe doen. Haar machteloosheid is voelbaar als blijkt dat niemand haar haar kan doen, bij een belangrijke productie. Mensen die kennis hebben over haar haartype, zijn niet aanwezig. Ze stamelt uiteindelijk: "Dan doe ik het zelf wel..."
Je moet altijd sterk zijn, mentaal gezien
Het oogt als een klein, onzeker moment in de voorstelling, die woorden: 'dan doe ik het zelf wel'... Maar juist het omgekeerde blijkt het geval. Joy blikt terug op langer geleden. Ze refereert naar een kind dat altijd naar school is gegaan, ondanks alle pesterijen. "Als je zwart bent, moet je iedere dag sterk zijn," stelt Joy, "Niet zozeer fysiek, maar in jouw hoofd". Het is ook niet niks wat Joy in haar dagelijks leven moet verwerken aan indrukken en opmerkingen over haar huidskleur. Schaamteloze vragen, onbedoelde beledigingen en ongemakkelijke momenten; het zijn moeilijke verhalen. Echt pijnlijk wordt het als je je beseft dat deze verhalen te alledaags zijn om Facebook te doen opschudden. Als maatschappij zijn we hieraan gewend geraakt, zo lijkt het.
Een verwarrend kantelpunt
In deze voorstelling zien wij Joy op verschillende manieren strijden tegen onrecht: vol bravoure en tegelijkertijd tactvol. Daarbij weet zij een groot maatschappelijk vraagstuk aan te snijden: hoe gaan wij om met ons verleden en met hedendaagse uitingen - veelal verborgen in de huiskamers - van racisme? Haar humor en compassie dragen deze voorstelling. Daarnaast bevat Stamboom monologen een opmerkelijk kantelpunt. Over de witte familie van Casper is weinig spannends te vertellen; ook niks negatiefs, aangezien zijn voorouders Europa nooit hebben verlaten. De sporen van de familie Delima gaan terug naar de zeventiende eeuw.
Het verre verleden onthult dat haar eigen familie niet onbesproken is: een verre voorouder blijkt een link te hebben met het slavernijverleden, hij was plantage-eigenaar. Dat heeft ook gevolgen voor haar vraag: 'Wie ben ik?' Ook haar verwachtingen komen daarmee niet uit. In plaats van 'meer duidelijkheid krijgen over haar zwarte roots', wordt Joy geconfronteerd met een nieuw en ongemakkelijk vraagstuk.
Wat bepaalt jouw afkomst eigenlijk? Joy toont aan dat die vraag niet eenvoudig te beantwoorden is; zelfs niet als je uitgebreid stamboomonderzoek doet en het DNA uitvoerig laat testen. Haar persoonlijke zoektocht houdt dan ook niet op na het slotapplaus. Wél is duidelijk dat er nog veel te doen is: niet alleen voor Joy Delima, maar ook voor ons. Want waarom hebben we als samenleving eigenlijk geaccepteerd dat sommige mensen iedere dag sterk moeten zijn? Misschien moeten we van het idee afstappen dat we één persoon nodig hebben die de hele maatschappij gaat redden. Heldhaftiger zou zijn: met ons allen de wereld iets makkelijker maken voor iedereen.
Of je nu ontdekt dat het DNA van jouw familie terug te vinden is in vier werelddelen of dat jouw familie al die jaren veilig in Drenthe is gebleven, uiteindelijk gaat het erom wat je doet. Daarmee laat Stamboom monologen ons vooral nadenken over de toekomst. Wie weet kunnen wij als mensheid samen een soort undercover superheld vormen.
Fotografie: Isabelle Renate la Poutré
Credits
Tekst en spel: Joy Delima
Regie en tekstbegeleiding: Joeri Vos
Publiciteit en marketing: Kelly de Haan, Judy Lijdsman
Stamboom monologen is een voorstelling van Joy Delima i.s.m. Veenfabriek en Artez Toneelschool.