Wat is 'normaal' en wat is vrijheid? Hoe kun je overleven als je niet weet wat de volgende dag gaat brengen? Wat is de scheidslijn tussen 'goed' en 'kwaad'? Bij 'Dansen met de vijand' komen deze vragen naar boven. Deze voorstelling bevat een aangrijpend, waargebeurd verhaal.
In het boek Dansen met de vijand vertelt schrijver Paul Glaser over zijn tante Roosje: een Joodse vrouw die op het eerste gezicht alles meeheeft. Ze is onafhankelijk, intelligent, mooi en een succesvolle danseres. Dan slaat het noodlot toe. Haar man, een piloot, komt om bij een vliegongeluk. Een jaar later trouwt tante Roosje met dansleraar Leo met wie ze een dansschool opricht.
De nieuwe echtgenoot van tante Roosje kiest voor de ideologie van de nazi's.
Tijdens de voorstelling Dansen met de vijand volgt Theater De Steeg in grote lijnen het boek van Paul Glaser. Het is bijzonder om die avond, een uur na de Nationale Dodenherdenking in MartiniPlaza te zijn. Samen met de groep jongeren op het podium gaat het publiek terug in de tijd. Op de muur worden krantenknipsels en foto's uit de Tweede Wereldoorlog geprojecteerd: dit is wat Roosje Glaser meemaakt.
Interessant is dat de rol van Roosje Glaser telkens door iemand anders wordt gespeeld; dat zorgt voor dynamiek. Meteen wordt duidelijk dat Roosje zich niet klein laat krijgen. Dit is bijvoorbeeld het geval als ze de beslissing neemt om te scheiden van haar man Leo. Hij verraadt haar als Roosje besluit om zelf een dansschool op te richten. Ze komt vrij en krijgt een relatie met Kees die eveneens onbetrouwbaar is. Ook hij verraadt haar bij de Sicherheitsdienst. Roosje belandt in kamp Westerbork, kamp Vught en in Auschwitz. Zij weet de oorlog te overleven.
Tijdens de Tweede Wereldoorlog maakt Roosje Glaser verschrikkelijke dingen mee en dat wordt op een indringende manier verteld. Ze is slachtoffer van de oorlog, maar daarop wordt niet de nadruk gelegd in de voorstelling. Haar verhaal is complex: er gebeurt ontzettend veel en de keuzes van de hoofdpersoon wijken dikwijls af van wat je zou verwachten. Tante Roosje gaat door met haar dansschool terwijl ze als Joodse vrouw onder een vergrootglas ligt, ze knoopt meerdere relaties aan – waaronder met een SS-officier in Westerbork – en lijkt zoveel mogelijk haar eigen gang te gaan. De scheidslijn tussen goed en fout blijkt, juist in oorlogstijd, ontzettend dun. Roosje Glaser is niet heilig, maar vooral menselijk.
Wat is vrijheid? Gaat het erom dat iedereen gelijk is of dat ieder mens anders mag zijn?
In de barakken wordt hardop deze vraag gesteld door de jongeren. Het antwoord is allesbehalve eenduidig en iedereen begint door elkaar te roepen. Het oogt hilarisch, ondanks dat de situatie nogal serieus is. Die afwisseling tussen zware onderwerpen en komische momenten werkt.
We krijgen te zien hoe de gevangenen uit het concentratiekamp worden meegevoerd, omdat de Russische troepen eraan komen. Dagenlang moet Roosje Glaser lopen in de kou en dwangarbeid verrichten. Het is een helse tocht onder erbarmelijke omstandigheden. Later, bij de Deens-Duitse grens, worden Duitse en Deense gevangenen uitgeruild. Hierbij weet Roosje vrij te komen, ook al heeft zij niet de Deense nationaliteit. Ze besluit om een nieuw bestaan op te bouwen in Zweden. Nederland is niet meer haar thuis en daar heeft zij haar redenen voor.
Het zijn niet alleen mannen die Roosje Glaser hebben verraden.
Tante Roosje voelt zich vooral in de steek gelaten door de Nederlandse overheid: haar ouders werden vermoord en alle familiebezittingen werden geroofd. Nu de oorlog voorbij is en zij in Stockholm woont, blijft het angstvallig stil vanuit Nederland. Wel ontvangt ze belastingaanslagen… Zelf komt zij niet in aanmerking voor een schade-uitkering, omdat ze in het buitenland verblijft. Gerechtigheid lijkt ver weg; gevangen achter een muur van bureaucratie.
Ook in deze uitzichtloze situatie blijkt Roosje Glaser vindingrijk: ze benadert koningin Juliana die in Stockholm aanwezig is voor een staatsbezoek. De koningin luistert naar haar en belooft zich in te zetten. Niet al te lang daarna is het inderdaad opgelost. Eindelijk. Die ambtenarij, mooi zichtbaar gemaakt in de voorstelling, zet aan tot nadenken. Gelukkig leven wij in een andere tijd en mogen wij vrij zijn. Onverschillig zijn, wegkijken van de echte problemen, lijkt echter van alle tijden.
Een schat aan informatie…
Heel wat jaren later komen allerlei documenten uit die bewogen tijd tevoorschijn, zoals krantenknipsels en foto's. Na de voorstelling vertelt Marjon de Graaf-Glaser – de zus van Paul Glaser en dus ook een nicht van Roosje Glaser – dat dia's, brieven en foto's werden begraven in de tuin. Als dat niet was gedaan, was het verloren gegaan. Het bewaarde materiaal biedt een schat aan informatie. Hierdoor is het mogelijk om de geschiedenis van tante Roosje door te geven aan anderen. Dat verhaal is ook in deze tijd belangrijk.
Theater De Steeg maakt voorstellingen voor jongeren over actuele onderwerpen. Aan Dansen met de vijand doen zes deelnemers van De Steeg en leerlingen van CSG Selion en Leon van Gelder mee. Artistiek leider en regisseur Karin Noeken zegt hierover: "Deze twee scholen liggen praktisch tegenover elkaar, maar de jongeren kenden de leerlingen van de andere school niet. Door samen te repeteren en op het podium te staan, is er nu contact tussen beide scholen en zijn er nieuwe vriendschappen ontstaan".
Het is mooi om te merken dat alle deelnemers zich verbonden voelen met dit project. Hun hele meivakantie staat in het teken van Dansen met de vijand. Iedereen heeft ontzettend hard gewerkt. Als ik een speler vraag hoe het is om een vakantie op te moeten geven, krijg ik een glimlach terug en de woorden: "Ik heb het ervoor over." Die bevlogenheid geeft hoop voor de toekomst.