Al ruim vijftien jaar komen ze iedere zomer een week bij elkaar: theatermakers Alex Harvey en Melissa Kievman en een groep goed bevriende acteurs, schrijvers, muzikanten, ontwerpers en natuurlijk koks. Een week lang storten ze zich vol enthousiasme, in en om hun verbouwde boerderij iets ten Noorden van NYC, op een werk van Anton Tsjechov. Een week lang spelen, improviseren, inspireren en proberen.
Op de allerlaatste dag wordt één enkele voorstelling gepresenteerd, voor en met de lokale gemeenschap, waar het plezier van afspat. En helemaal in de geest van deze Russische arts maar vooral schrijver van ontelbaar veel verhalen en een aantal toneelstukken. Over een van hun producties, I am a Seagull, is een film gemaakt. In 2019 was die op het Noorderzon Festival te zien. In het Grand Theatre is nu de reprise te beleven in het kader van de alternatieve programmering van Noorderzon.
Wie was Tsjechov ook alweer?
Anton Pavlovitsj Tsjechov werd geboren op 29 januari 1860 in Taganrog (een havenstad in Zuid-Rusland) als zoon van een kruidenier die zich had vrijgekocht uit lijfeigenschap. Lijfeigenschap was een vorm van moderne slavernij, dit kwam in die tijd veel voor in Rusland. De familie verhuisde naar Moskou waar Anton medicijnen ging studeren en arts werd. Zijn studie bekostigde hij met het schrijven van verhalen die vanaf 1880 veelvuldig gepubliceerd werden. Korte tijd had hij een eigen artsenpraktijk, maar vanaf 1886 legde hij zich volledig toe op het schrijverschap.
In zijn verhalen was Anton Tsjechov subliem in het nauwkeurig observeren, beschrijven en hekelen van lummelende rijkeluisjeugd van de bourgeoisie.
Hij had een grote sympathie voor de gewone man en mensen die zich, tevergeefs, trachten te ontworstelen aan het dagelijks bestaan. Later werd hij door de eerste communistische machthebbers als voorbode van de revolutie beschouwd.
Strafkamp
Tsjechov vestigt zich vrijwillig anderhalf jaar op verbanningseiland Sachalin. "Om de levens van de strafkampgevangenen te beschrijven en anderhalf jaar van mijn leven uit te wissen." Daarna vertrekt hij op rondreis door Europa.
Zijn eerste toneelstukken worden opgevoerd. Ze zijn afwisselend succesvol of floppen. In 1897 wordt officieel tuberculose bij hem vastgesteld en hij verhuist vanwege het aangename klimaat naar Nice. Daar raakt hij zeer onder de indruk van het werk J'accuse van Emile Zola die zich daarmede actief mengt in de Dreyfus-affaire. Hij koopt een landgoed op Jalta en vestigt zich aldaar. Lang zal hij daar niet van genieten: op 15 juli 1904 sterft hij in een kuuroord in Badenweiler.
Hij heeft nog net De Kersentuin kunnen voltooien. Beroemde voorgangers zijn: Oom Vanja, Drie Zusters en De Meeuw. Zijn lijk arriveert per trein (in de wagon 'voor verse oesters') in Moskou waar hij onder enorme belangstelling wordt bijgezet in het graf van zijn vader. Honderden graven en grafmonumenten worden vertrapt. En dan volgt een flink deel der belangstellenden ook nog de verkeerde lijkstatie. Die van een gesneuvelde generaal welke tegelijk met Tsjechov aankomt. Anton zélf had dat scenario kunnen schrijven!
Tsjechov in 2020
De ontvangst in het Grand Theatre in deze nog steeds bijzondere tijd voelt weldadig. Van alle kanten word je hartelijk welkom geheten. Het ruim afstand houden, het placeren (drie stoelen tussen elke bezoeker en alleen de oneven rijen worden benut) voelen absoluut niet als regime. Wat een ruimte, heerlijk! Het lijkt alsof de directie mij wil vrijwaren van de Zara-luchtjes en het oeverloze ge-appehoer van medegasten. We zijn met vijfentwintig bezoekers: uitverkocht. Da's wel weer het fijne van deze tijd: in no-time kun je een banner met UITVERKOCHT!!! schuin over de posters plakken.
De bovenzaal is geen Tuschinski maar ademt een verrukkelijk nostalgische sfeer. De bioscoopstoeltjes, de art-deco restanten, afgebikte muren, het filmscherm. Ook nu weer een fijn welkom, een heel heldere en korte introductie en dan… licht uit, projector aan!
Eerdere ervaringen
Ikzelf ben geen groot fan van Tsjechov. Of van zijn werk. Of nee, ik moet het anders stellen: ik heb beroerde ervaringen. Zoals bij De Meeuw van destijds Toneelgroep Amsterdam in de, ook destijds, Stadsschouwburg aldaar. Uitgenodigd voor de première dus tot in de puntjes opgedoft zat ik naast mijn gastvrouw. Al na tien minuten dacht ik: 'Alle hemel, als dit nóg twee uur zo doorgaat…' En zowaar… dat ging het! Nu kwam mijn zo vermaledijde strenge opvoeding goed van pas: het was een ware exercitie in geduld.
Minder geduld had ik bij De Kersentuin eveneens in Amsterdam. Ik wilde mijn rij niet al na een klein kwartier in beroering brengen en heb de pauze afgewacht. Maar ben toen gevlucht. Net als veel anderen: het was gerust druk te noemen bij de garderobe. De toegesnelde portier: "U vertrekt al? Hoe voelt u zich?" Ik citeerde de beroemde cabaretière Fien dela Mar: "Laat ik maar zeggen 'goed', dan zijn we er allebei vanaf. Goedenavond."
Maar dat het anders kan, héél anders, bewijst The Chekhov Project met deze film 'I am a Seagull'.
We zijn te gast in een eeuwenoude villa-achtige boerderij aan een schitterend meer. Gelegen in een woeste bosachtige omgeving iets ten noorden van New York. Toevallig ken ik het iets. Je rijdt Manhattan uit en anderhalf uur later waan je je in een heel andere wereld. Ik heb er voor het eerst zeearenden gezien. Majestueus, maar dat terzijde.
De tuin rondom de boerderij is niet geëgaliseerd en lijkt willekeurig bestrooid met een allegaartje aan meubilair. Stoffen bankstellen, lampionnen, kleden, schemerlampen, een ratjetoe aan houten stoelen, tafels en bijzettafels die wel een likje kunnen gebruiken. Op een willekeurige brocanterie zou de door Tsjechov zo verfoeide bourgeoisie er hier een klein fortuin voor neertellen.
We maken kennis met de bevriende kunstenaars van Alex en Melissa. Ze hebben dit jaar voor het stuk De Meeuw gekozen en gaan daar losjes mee aan de haal. Heel losjes. De film annex documentaire laat een fascinerende afwisseling zien tussen flarden maakproces en delen van de uiteindelijke voorstelling. Welke vaak naadloos in elkaar lijken over te lopen. Dat werkt heel goed.
Stuk voor stuk zijn het bijzondere mensen, mooie koppen. Veelal heel close-up gefilmd. Prachtig acteerwerk ook. Er wordt gespeeld, gedanst, muziek gemaakt, gelachen, gedronken en ja… er vloeien tranen. Alle personen lijken steeds weer op de verkeerde te vallen, geen enkele verliefdheid wordt hartstochtelijk beantwoord. Om gek van te worden.
De boerderij, de omgeving inclusief het meer: alles is speelvlak. Bijna ademloos kijk ik toe.
En we maken kennis met de lokale bevolking. Welke integreert in de voorstelling. Alles gebeurt rondom en tussen hen in. En wordt aangemoedigd en uitgenodigd mee te doen. Een invitatie die gretig wordt omarmd. Kinderen zijn een vanzelfsprekend onderdeel en wachten minutenlang gespannen om op het juiste moment, hún moment, aan een koord te trekken zodat een bel luidt of een rekwisiet in beweging komt. Om daarna door alles en iedereen te rennen, te dansen.
Voor mij wordt in één klap veel duidelijk: Anton heeft voor déze mensen geschreven, voor dit soort omgevingen.
Zijn stukken laten zich slecht vertalen naar een podium vol wild manoeuvrerende spiegels, drie kwartier tekst met de ruggen naar publiek of een wedren wie het eerst in z'n nakie staat. Maar zó komt zijn werk tot volle glorie.
En dan is er de muziek! Hoe moet ik die beschrijven? Het is ruw, ongepolijst, eerlijk, verwarrend, heel muzikaal, verrassend origineel maar vooral: prachtig! Het doet me enigszins denken aan de muziek van de Dogtroep destijds. In de rechtstreekse verbinding met Alex Harvey na afloop vertelt hij dat de muziek een wezenlijk onderdeel van de voorstelling is. Niet louter ondersteunend maar doorvertellend wanneer het gesproken woord even stokt.
Lange neus
Mij schijnt het ook toe dat The Chekhov Project met hun producties een lange neus trekt naar Artistiek Leiders, Zakelijk Leiders, Dramaturgen, Marketing- en Publiciteitsafdelingen, Programmeurs, Fondsenwervers, Beleidsmakers, allerlei zelfbenoemd ontwerpers en weet ik wat voor subsidieslurpers nog meer. Zet 'gewoon' een stuk of zestien fijne, bijzondere mensen bij elkaar. En geef die met al hun expertise, al hun talent, hun nieuwsgierigheid en enthousiasme, al hun levenservaring carte blanche.
"Dit stuk is het uitgangspunt en over exact een week hebben we hier tweehonderd gasten. Toi toi toi!" Zo simpel kan en zal het gewoon niet zijn, maar het resultaat is en blijft buitengewoon verpletterend. Een schitterend monument voor Anton Tsjechov waaraan elke jaar weer opnieuw gebeiteld, gekleid en gepoetst wordt.
Alex Harvey vertelt dat er een filmregisseur bezig is om al het geschoten materiaal van eerdere producties te bekijken om daar vervolgens een documentaire van te maken. Hij belooft ons een vervolg! En ik ga hem daar zeker aan houden…
Credits
Regie: Brian Mertes, Alex Harvey
Artistieke leiding: Melissa Kievman
Spel: Gabe Ebert, Didi O'Connell, Rob Campbell, Gayle Rankin, Annie Baker, Glen Berger, Joan MacIntosh, T.R. Knight, Wendy Vanden Heuvel, Guy Boyd, Lynn Cohen
Tekst: Stephanie Fleischmann
Montage: Ian Olds
Cinematografie: Miklos Buk
Choreografie: Jesse J. Perez
Ontwerp poppen | Julian Crouch
Vormgeving: Deb O
Componist: Daniel Kluger, Daniel Baker, Brandon Walcott
Kostuums: Olivera Gajic
Muziek: Saskia Lane, Lila Blue, Damon Daunno, Lucas Papaelias, Phil Roebuck, Phoenix Roebuck, Gabe Ebert, Elvy Yost, Elena Moon Park, Vicky Finney, Marc Osterer, Jason Candler, Josh en James Crouch
Licht: Alejandro Le Roux, Daniel Scully en Barbara Samuels
Productie: Wendy van den Heuvel, Julie Buck, Johnny Moreno, Samara Levenstein
Foto's: iamaseagull.com. © Anton's Week. Afbeeldingen aangeleverd door organisatie Noorderzon