In de zestiende eeuw schreef de Franse Renaissanceschrijfster Louise Labé haar gedichten: geen brave poëzie, maar vurige sonnetten. Datzelfde geldt voor de voorstelling 'Courtisane' van Schout Bij Nacht. In de Mariakerk in Krewerd belichten Redmer Stamhuis, Bas Meekhof en Dio van Velden de veelzijdigheid van Louise Labé: niet braaf, maar vurig.
Courtisane is tijdens festival Noorderzon in première gegaan in de Lutherse Kerk. Momenteel trekt deze muziektheatervoorstelling door de provincie Groningen. Dit najaar maken de drie spelers en twee muzikanten hun opwachting in ruim twintig Groninger kerken. Ik bekijk hun voorstelling in Krewerd: een wierdedorp, in de omgeving van Appingedam. De Mariakerk werd hier rond 1280 gebouwd en kent dus een eeuwenoude historie. De kerkklok luidt vier keer en dan gaat het beginnen.
De kracht van het orgel
Het optreden in de Mariakerk biedt meerdere uitdagingen. Zo geeft het kerkorgel, gebouwd in 1531, zich niet zomaar gewonnen. Hier hebben wij dan ook te maken met het één na oudste nog bespeelbare kerkorgel van Nederland. Hoewel dit prachtige instrument vele bewonderaars weet te trekken – zelfs orgelliefhebbers uit Japan – is de bijnaam wat minder eerbiedig: 'Schreeuwerd van Krewerd'. Het geluid is dan ook uniek, oorspronkelijk en vol.
In iedere kerk gaan de acteurs én een fagot de dialoog aan met het kerkorgel. Om verstaanbaar te blijven, is zachtjes zingen – deze voorstelling wordt onversterkt gespeeld – in de Mariakerk geen optie. Daarnaast hebben de spelers en muzikanten te maken met een andere toonzetting. De stemming van dit orgel is anders dan wat nu gangbaar is. Praktisch gezien betekent het dat de spelers in Krewerd bijna een hele toon hoger moeten zingen. Dat doen ze met verve.
Spelen met ruimte en grenzen
De Mariakerk is bovendien een kleine kerk. Hierdoor hebben de deelnemers minder speelruimte dan in de Lutherse Kerk of bij de repetities bij La Danse, waar Theater050 eerder een kijkje mocht nemen. Mooi om te zien is de manier waarop de drie spelers gebruikmaken van deze nieuwe situatie. In plaats van in het achterste deel van de kerk, bevinden zij zich voornamelijk tussen het publiek.
Vanuit de kerkbanken blijven de mensen naar voren kijken. Hun blikken zijn vooral gericht op Bas en Dio die knielend en smekend aan het zingen zijn. Terwijl er juist achter het publiek veel gebeurt. Vanuit zijn plek op de achterste rij verstoort een rebellerende Redmer dit ritueel en weet hij de nodige chaos in de orde te scheppen. Vervolgens zoekt hij contact met het publiek. Daarbij worden brutale vragen gesteld. Tegelijkertijd heeft hij te maken met een kwetsbaar vraagstuk. In hoeverre kan zijn personage zichzelf zijn?
Een onafhankelijke vrouw
In hoeverre kun je aan de buitenwereld laten zien wie je van binnen bent? Het is voorstelbaar dat Louise Labé (1524-1566), de inspiratiebron voor Courtisane, dit vraagstuk heeft gekend. De voorstelling maakt duidelijk dat zij dingen ondernam die voorbehouden waren aan jongens. Zo leerde zij schermen, wat een mannelijke discipline was. Louise Labé was een 'tomboy' en werd een courtisane: een hofdame. Door Calvijn werd zij een 'vuile hoer' genoemd.
Louise Labé was vooral een onafhankelijke en vrije vrouw. Nog steeds wordt haar werk veelvuldig besproken binnen Franse vakgroepen en genderstudies over de gehele wereld. Haar hartstochtelijke sonnetten vormen de rode draad in deze voorstelling. Op deze rustige zondagmiddag in een pittoreske kerk, komen deze sonnetten – die gekenmerkt worden door hartstochtelijk verlangen - indringend over. De intensiteit van haar woorden wordt versterkt door de stemmen van de spelers: uniek, oorspronkelijk en vol, net als het kerkorgel.
Geen 'hap-slik-weg'-productie
Gewaagde keuzes ook: in woorden, attributen en kleding. Jurken, kipkluifjes, een vuilnisbak, rode glimmende jassen, proppen papier, hoge hakken, druiventrossen, witte onderbroeken, een priestergewaad… Dat alles, en nog veel meer, krijgt het publiek in de Mariakerk voorgeschoteld.
Courtisane komt niet over als een productie waarbij je het aangeboden materiaal kant-en-klaar kunt consumeren. De beleving laat zich dan ook niet vergelijken met een portie voorgegaarde kipkluifjes zonder verborgen botjes. Als toeschouwer moet je blijven luisteren, kijken en opletten.
Wat gaat er schuil achter alle kostuums, woorden en handelingen? Louise Labé zette haar persoonlijke idealen, zoals kinderen krijgen, opzij voor een groter ideaal: het opkomen voor de vrouwenrechten. Een moedige keuze, zo laten Bas, Redmer en Dio ons zien. Kwetsbaar en sterk.
Fotografie: © René de Boer, voorstelling 'Courtisane' van Schout Bij Nacht, Mariakerk in KrewerdMeer informatie over Courtisane
Voorafgaand aan de première van Courtisane was Theater050 aanwezig bij een repetitie-moment van Schout Bij Nacht, hierbij is een interview met de makers afgenomen. Bekijk dit artikel.
Dit najaar is Courtisane op tournee langs ruim twintig kerken in de provincie Groningen, in samenwerking met Stichting Oude Groninger Kerken. Bekijk de volledige speellijst op de website van Schout Bij Nacht.
Over de laatste voorstelling van Courtisane in de A-kerk heeft Dio van Velden een uitgebreid verslag gemaakt.
- Lees het eerste deel van De Pestconferentie.
- Lees het vervolg van De Pestconferentie
Courtisane – Schout Bij Nacht
Idee, script, regie en productie: Dio van Velden
Teksten: Louise Labé
Vertalingen: Rainer Maria Rilke, Piet Thomas, Rokus Hofstede
Composities: Robert Ramaker, Sebastiaan Wiering
Spel: Bas Meekhof, Redmer Stamhuis, Dio van Velden
Musici: Liana Dolgopolova (kerkorgel), Marjolein Wielinga (fagot)
Eindregie: Sander Roux, Karel Lucidore