Eind maart toonde het Grand Theatre de dansvoorstellingen 'The Dog Days Are Over' en 'Sweat Baby Sweat' van Jan Martens: niet in de theaterzaal, maar online. In een skypegesprek gaat Jan Martens in op het maakproces van deze producties en vertelt hij hoe hij als choreograaf aankijkt tegen de huidige ontwikkelingen. Momenteel gaan we door een periode waarin aanrakingen niet meer vanzelfsprekend zijn. Welke impact heeft dat op zijn werk en de toekomst?
Als danser was Jan Martens op 14 februari te zien in het Grand Theatre met zijn solo lostmovements. Deze voorstelling ontwikkelde hij samen met choreograaf Marc Vanrunxt. Zij kozen ervoor om de focus niet zozeer op de danser te leggen, maar op de dansende mens. Al dansend vindt de mens zichzelf opnieuw uit. Datzelfde principe komt ook terug in de dansvoorstellingen die online zijn vertoond op de site van het Grand Theatre: The Dog Days Are Over en Sweat Baby Sweat. Beide voorstellingen heeft Jan Martens ontwikkeld als choreograaf.
De online vertoningen trekken veel bezoekers. "Ze zijn allebei meer dan drieduizend keer bekeken vanaf de website van het Grand Theatre. Dat had ik niet verwacht, omdat de beleving toch anders is dan in het theater. Blijkbaar is die behoefte er," stelt Jan Martens, "Deze producties heb ik het vaakst gespeeld en ze zijn mij dierbaar."
Sweat Baby Sweat (uit 2011) is een duet tussen een man en vrouw die elkaar niet kunnen loslaten. Deze productie wordt nu nog steeds geprogrammeerd. Bij The Dog Days Are Over (uit 2014) geven acht jonge dansers zich over aan die ene beweging: de sprong. Deze voorstelling werd in 2018 voor het laatst gespeeld en was allesbehalve vanzelfsprekend om te maken.
Vanuit de huiskamer naar een stream kijken, geeft waarschijnlijk een andere beleving dan wanneer je in een theaterzaal zou zitten en je je vanaf de voorste rij laat meevoeren met de snelle bewegingen van de dansers op het podium. Maar zelfs vanaf de bank is te zien dat The Dog Days Are Over een enorme inspanning moet zijn voor de groep.
Samen komen de dansers over als een geoliede machine. Hun bewegingen zijn krachtig, repetitief en uniform. Meer dan een uur verloopt alles in een hoog tempo. Het ritme wordt bepaald door piepende schoenen en stampende voeten. Keer op keer.
"Het vergt kracht en uithoudingsvermogen om 'The Dog Days Are Over' uit te kunnen voeren."
"Voor het publiek in de zaal is deze voorstelling intens om mee te maken. Je kunt op een gegeven moment merken dat de dansers vermoeid raken en dat hun spieren gaan trillen. Deze voorstelling is voor iedereen een fysieke uitdaging," legt Jan Martens uit, "Dat komt ook overeen met hoe ik werk: door die fysieke uitdaging aan te gaan, kom je in een authentieke staat terecht. Voor mij is dat een reële staat. Je hebt dan minder tijd om een rol te spelen. Hierdoor zie je de mens achter de performer. Dat maakt het voor mij interessant."
De zwaarte van de voorstelling heeft voor behoorlijk veel uitdagingen gezorgd. "Het proces achter deze voorstelling is niet evident. Kracht en uithoudingsvermogen zijn noodzakelijk. Om dit op de juiste manier te kunnen doen, heb je als danser acht weken training nodig," licht Jan Martens toe.
"Stap voor stap hebben we alles opgebouwd. Er was een kinesist ingeschakeld om blessures te helpen voorkomen. Ook moesten de dansers letten op hun voeding. Bijvoorbeeld geen nachtschade-groenten zoals tomaat eten, anders loop je kans op verzuring van de spieren. Verder was het belangrijk om rust te nemen tussen de voorstellingen."
Zowel bij The Dog Days Are Over als bij Sweat Baby Sweat wordt op een bijzondere manier gebruik gemaakt van spanning. Jan Martens zegt hierover: Bij The Dog Days Are Over kijken de spelers echt het publiek in, dat zorgt voor een intense beleving. Bij Sweat Baby Sweat zijn de twee dansers juist gericht op elkaar: zij hebben oogcontact en er is fysiek contact. Daarmee trekken zij het publiek mee in hun cocon. Ook dat geeft een bepaalde spanning."
Vanaf de bank is het intrigerend om Sweat Baby Sweat te bekijken. Tussen de dansers gebeurt er veel - intense blikken en liefdevolle aanrakingen - maar het beeld op het podium blijft verstild door de trage bewegingen. Jan Martens: "Met deze voorstelling wilde ik acrobatische kracht en mentale kwetsbaarheid met elkaar verbinden. Het gaat daarnaast over aantrekking en afstoting, ik wil dat niet overbrengen als een cliché. We hebben daarom andere keuzes gemaakt dan gebruikelijk."
"Bij 'Sweat Baby Sweat' worden allerlei dingen gedaan, die je normaal gesproken niet doet binnen een dansvoorstelling."
Zo draait het bij Sweat Baby Sweat, in tegenstelling tot de meeste andere dansvoorstellingen, niet om snelheid. Jan Martens: "Die snelheid hebben we opgeheven. Het tempo is ongeveer tien keer vertraagd. Technisch zijn er andere keuzes gemaakt. Als je balanceert, houd je je buikspieren bij elkaar en nu wordt juist het tegenovergestelde gedaan: de dansers houden het middelpunt van het lichaam vaak uit elkaar. Dat zorgt ervoor dat er meer kracht nodig is om de bewegingen uit te voeren."
Naast de twee dansers, is er nog iets wat de aandacht trekt op het toneel, namelijk deze tekstregel: 'As long as you are here I am too'. Als het donker wordt en de muziek verder doorklinkt, verdwijnt deze zin en komen regels van bekende popsongs tevoorschijn, één voor één. Deze zinnen lijken de muziek op het podium te volgen, net als bij karaoke, maar toch is er een hele andere tekst te horen.
Jan Martens: "De karaoke voegt een humoristisch element toe. Daarnaast ben ik op zoek gegaan naar de vraag: 'hoe kun je deze voorstelling laten uitdoven zoals een relatie uitdooft?' Door popsongs in te zetten, kun je bepaalde herinneringen oproepen. Verder biedt het ruimte voor de toeschouwer om na te denken over de eigen relatie, de liefde en hoe je je daarin verhoudt."
Een van de beroemde karaoke-zinnen die voorbij komt, is 'You'll never walk alone'. Deze quote biedt een kijk op de liefde, maar is nu opnieuw actueel geworden door de corona-problematiek. Onlangs hebben 183 radiostations tegelijkertijd dit nummer gedraaid om nadruk te leggen op saamhorigheid; in een tijd waarin we 1,5 meter afstand van elkaar moeten houden. Voor Sweat Baby Sweat is fysiek contact juist een voorwaarde om de voorstelling uit te kunnen voeren. Wat betekenen alle maatregelen voor theatermakers en hun toekomst?
"Het hebben van contact is heel bijzonder, maar het is nu ook een risico geworden."
Jan Martens: "De toekomst zal anders worden. Fysiek contact is heel bijzonder, maar tegelijkertijd is het risicovol en dat resoneert door. Ik denk dat we bewuster gaan stilstaan bij het hebben van contact en het aanraken van elkaar. Normaal gesproken houd je je op het toneel bezig met: 'waar bevind ik mij in de ruimte en hoe verhoud ik mij tot de ander?' Nu je bijvoorbeeld ook in de supermarkten elkaar moet ontwijken, worden deze vragen verlegd naar het dagelijks leven en is iedereen daarmee bezig."
De corona-problematiek heeft voor theatermakers grote gevolgen. Zo heeft Jan Martens de afgelopen periode gewerkt aan een nieuwe voorstelling, genaamd any attempt will end in crushed bodies and shattered bones. Hieraan doen maar liefst zeventien dansers mee, met verschillende leeftijden: de jongste deelnemer is 15 jaar en de oudste 68. Deze voorstelling zou op 24 april in première gaan in Antwerpen, maar dat kan niet meer doorgaan.
Hij voegt toe: "Bovendien is het niet meer mogelijk om samen te repeteren. De dansers komen uit vijf verschillende landen en de grenzen zijn gesloten. Dat maakt alles nog gecompliceerder." De Nederlandse première van deze voorstelling staat gepland op 30 juni in Amsterdam. Jan Martens hoopt naar die datum toe te werken. Of dat haalbaar is, hangt af van alle ontwikkelingen.
Toch klinkt hij optimistisch: "Mijn werkwijze bij iedere productie is dat ik de speeldata verspreid over meerdere jaren. 2021 had ik daarom al vastgelegd en dat blijkt nu een voordeel. Volgend jaar heb ik gelukkig ook een mogelijkheid om deze voorstelling uit te voeren."
'We have got so much to do... We have got so much...' Met deze gezongen woorden eindigt Sweat Baby Sweat. Wij hebben veel te doen, wij hebben zoveel... Deze boodschap over de liefde lijkt na al die tijd nog steeds overeind te staan en blijkt ook in deze tijd van toepassing. Juist nu.
Jan Martens ontwikkelt zijn voorstellingen binnen het platform GRIP. Op de website van GRIP is meer informatie te vinden over producties en actuele speeldata.
Credits
The Dog Days Are Over
Concept en choreografie: Jan Martens
Dans: Cherish Menzo, Nelle Hens, Naomi Gibson, Kimmy Ligtvoet, Julien Josse, Laura Vanborm, Steven Michel en Piet Defrancq
Licht: Jan Fedinger
Dramaturgie: Renée Copraij
Techniek: Michel Spang
Filmregistratie: Lukas Dhont
Sweat Baby Sweat
Van: Jan Martens
Met: Kimmy Ligtvoet en Steven Michel
Muziek: Jaap van Keulen
Video: Paul Sixta
Advies: Peter Seynaeve
Techniek: Michel Spang
Productie: Frascati Producties, ICKamsterdam, TAKT Dommelhof en JAN vzw
Internationale distributie: A Propic / Line Rousseau, Marion Gauvent
Met dank aan: SummerStudios Brussels en Marc Vanrunxt
Fotografie
The Dog Days Are Over en hoofdfoto: © Piet Goethals
Sweat Baby Sweat: © Klaartje Lambrechts